Ellie en ik zijn afgelopen zomer (20 juli-20 augustus) een maand in IJsland geweest. Net als de vorige edities steeds met de veerboot vanuit Hirtshals (Dk) via de Far Oer naar Seydisfjordur (Is). De zomer is niet de beste tijd voor vogelfotografie, aangezien veel vogels al zijn uitgebroed en in een aantal gevallen dan hun toevlucht gaan zoeken op open zee. Daar komt bij dat het toerisme de afgelopen 6 jaar op IJsland is geëxplodeerd; met name de zogenaamde highlights zijn overbelast en moet je, als je dat al zou willen, bijvoorbeeld in de rij staan om een foto te maken van een beroemde waterval. Daar hadden we uiteraard geen trek in en derhalve bleven vooral in het noorden van het eiland en zochten het meer bij afgelegen schiereilanden, waar het nog relatief rustig is. Ook de Westfjorden zijn een geliefd gebied om te bezoeken en, terwijl we daar waren, lazen we via internet dat op 3 augustus de Fragradalsfjäll vulkaan was uitgebroken. Dat was natuurlijk iets dat we niet aan ons voorbij wilden laten gaan! Dat leidde uiteindelijk er toe dat we daar een week na de eerste uitbarsting aankwamen, een fantastisch en onvergetelijk spektakel konden meemaken maar ook dat we via het meer toeristische zuiden terug gingen naar het oosten van IJsland voor de terugvaart naar Denemarken.
Na onze aankomst in Seydisfjordur hebben we , terwijl de meeste mensen meteen doorrijden, enkele uren besteed om langs de fjord te rijden. Dat leverde meteen al diverse Regenwulpen op en later, bij een prachtige waterval die in zee uitkwam, een hele groep Harlekijneenden.
We volgen verder de kust naar het noordoosten van IJsland. Ondanks het feit dat de meeste zeevogels al de zee op zijn getrokken weten we nog enkele plekken waar bv. wat Papegaaiduikers zitten.
Op weg naar de papegaaiduikers kwamen we langs de weg een reeks mooie meertjes tegen, met veel zegge en veenpluis.
Op verschillende plekken zaten er roodkeelduikers op deze meertjes.
Een van de gebieden die we nooit overslaan is het Myvatn, oftewel het ' muggenmeer'. in het noordoosten van het land. Er zijn de meest uiteenlopende vulkanische verschijnselen waar te nemen en het meer biedt veel soorten watervogels, met name allerlei soorten eenden maar ook soorten als Kuifduiker en IJsduiker en, niet te vergeten, Giervalk.
Wat verder ligt de bekende waterval Godafoss:
Ons doel is om zoveel mogelijk in het noorden te blijven, om de grootste toeristenstroom te mijden. Op wqeh naar de Westfjorden komen we, in de buurt van de plaats Saudarkrokur, een prachtige rivierdelta tegen, die eindigt in de Atlantische Oceaan. Een geweldig gebied om met de groothoeklens aan de slag te gaan! Zwart lavazand, kleine duintjes met helmgras en mooie vergezichten.
In de Westfjorden aangekomen gaan we kamperen op de camping van Bolungarvik. De camping ligt bij een heerlijk zwembad, met, uiteraard, diverse hotpools...! Tijdens een wat drogere periode in de namiddag brengen we een bezoek aan het gehucht Skálavik, dat aan een mooie baai ligt.
Op 4 augustus gaan we met een klein bootje vanuit Isafjordur naar Hornstrandir, een vrijwel verlaten schiereiland, waar we in het verleden, wel vaker zijn geweest. Na een ruige tocht van zo'n 3,5 uur worden we met een zodiac aan land gebracht. Je moet, als je daar meerdere dagen wil verblijven, zelfvoorzienend zijn: tent, slaapgerei en kookspullen moet je zelf mee nemen.
Het gebied, wij hebben ons bij Hornvik laten droppen, bestaat uit een mooi zwart lavastrand en 2 zeevogelrotsen. In het achterland, veel bloemen, mooie watervallen en de mogelijkheid om Poolvossen waar te nemen.
I.t.t. de vorige bezoekjes (laatste keer was in 2018) zagen we beduidend minder Poolvossen. We hoorden van een ranger, dat er ook wat dode jongen waren gevonden. De oorzaak probeert men nog te achterhalen, maar wellicht zijn er dit seizoen minder zeevogels (minder vis?) en is er daardoor voor deze roofdiertjes, die toch al op het randje van bestaan leven, te weinig voedsel...
Voordat we naar Hornstrandir gingen, hadden we al gelezen dat er op 3 augustus in het zuidwesten van IJsland een vulkaan was uitgebarsten. Na terugkomst in Bolungarvik, zijn we van plan zo snel mogelijk, naar het zuidwesten te rijden, om ons deze kans niet te laten ontglippen.
Onderweg hebben we veel regen. Tijdens een droog moment, brengen we een bezoek aan de voor ons onbekende Hraunfossar, een keten van watervallen.
We besluiten om in Thorlakshöfn, aan de zuidwestkust een camping te nemen, als uitvalsbasis om de vulkaan te bezoeken. We hadden al begrepen, dat vele toeristen hetzelfde plan hadden als wij en dat het dus erg druk zou gaan worden. Op 8 en 9 augustus hebben de autoriteiten het gebied, vanwege het slechte weer, afgesloten om de bezoekers niet in gevaar te brengen. Via een website lezen we dat we op 19 augustus de vulkaan kunnen bezoeken. Aangekomen bij een geïmproviseerde parkeerplaats aan de zuidelijke kustweg, niet ver van Grindavik, lopen we, met duizenden anderen, de 6 km over af en toe lastig terrein naar de vulkaan toe.
Je moet uiteindelijk naar beneden een vallei in lopen en pas wanneer je bij de rand van de vallei bent aangekomen, ontvouwt zich een onvergetelijk schouwspel...!
Dit was wel het absolute hoogtepunt van de hele reis! Via de zuidkust zijn we uiteindelijk weer in Seidisfjordur op de boot naar Denemarken gestapt. Ik besluit met nog enkele foto's van vogels en landschappen die onderweg zijn gefotografeerd.
コメント